Soms zijn er van die gerechten die ik gewoon een keer uit wil proberen omdat ze er zo mooi uitzien. Toen ik kookte tijdens de retraites in Frankrijk bij Le Moulin des Comtes maakten we vaak gebruik van het boek ‘PLENTY, groente genoeg om heel lekker te koken’ van Yotam Ottolenghi. Meestal deden we het net iets anders dan het recept ons voorschreef maar gelukkig pakte dat altijd goed uit. Ik heb altijd de neiging om recepten aan te passen naar of mijn eigen smaak of naar dat wat ik nog wel in de voorraadkast heb staan. Dit keer volgende ik het recept stap voor stap omdat ik gewoon benieuwd wat naar de originele smaak. En die was echt heel bijzonder en lekker. Oké ik moet eerlijk toegeven dat ik toch iets net een beetje anders deed, ik gebruikte namelijk iets minder olijfolie. Hierbij deel ik het net ietsiepietsie aangepaste recept van de gegrilde aubergines met karnemelksaus en granaatappel voor vier personen. Het is officieel een voorgerecht maar doet het ook prima als bijgerecht.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Snijd de aubergines in de lengte doormidden en snijd ook midden door het groene steeltje (dat staat straks decoratief). Maak met een scherp mes drie of vier parallel lopende inkepingen in het vruchtvlees (ruitvorm) maar laat de schil heel.
Leg de halve aubergines met de snijkant naar boven op een met bakpapier bekleede bakplaat. Bestrijk ze met olijfolie. Bestrooi ze met de tijmblaadjes en een beetje zout en peper. Rooster de aubergines 35-40 minuten in de oven totdat de aubergines gaar en goudbruin zijn. Laat de aubergines afkoelen.
Maak in de tussentijd de granaatappel schoon. Op Youtube zijn verschillende filmpjes te vinden hoe je dit het makkelijkste doet. Ik doe het altijd volgens deze manier. Doe de pitjes in een schaaltje en zet weg tot gebruik.
Klop voor de saus de karnemelk met yoghurt de olijfolie en een snufje zout door elkaar. Rasp, knijp of snijd de knoflook fijn en voeg toe aan de saus. Ik vind het lekker om de aubergines lauwwarm te eten dus niet helemaal afgekoeld zoals Ottolenghi in zijn recept aangeeft maar smaken verschillen.
Schep voor het opdienen een royale hoeveelheid saus op elke halve aubergine maar laat de steeltjes onbedekt. Bestrooi ze met za’atar en flink wat granaatappelpitjes. Garneer eventueel met wat tijm en druppels olijfolie.