Het mag geen geheim zijn dat ik gek ben op kikkererwten. Deze peulvruchten smaken licht nootachtig en zijn super veelzijdig. Je kunt ze in zowel hartige als zoete gerechten verwerken. Deze bolletjes bevatten veel eiwitten en maken een simpel soepje een compleet maaltijd. Met het meel gemaakt van kikkererwten kun je ook prima bakken. Het bekendste gerecht dat met kikkererwten wordt gemaakt indenk ik wel: hummus. Vanwege de neutrale smaak van de peulvruchten kan je hier eindeloos mee variëren, net wat je lekker vindt. Je kunt snelle hummus maken met kikkererwten uit een pot of kiezen voor ‘slow’ hummus. Dan week je gedroogde kikkererwten eerst, vervolgens kook je ze en ten slotte pel je ze. Ik koos deze keer voor zijdezachte ‘slow’ hummus.
De kikkererwten moeten zo’n acht uur weken en daarna meer dan een uur koken. Ik kook altijd meer kikkererwten per keer zodat ik een voorraadje heb. Je kunt ze namelijk in een schone, goed afsluitbare pot best een tijd goed houden in de koelkast.
Wanneer de kikkererwten gekookt zijn (in ruim water met wat zout) gooi je het kookvocht niet weg. Je gebruikt namelijk een paar eetlepels voor de hummus en wanneer je een voorraadje wil aanleggen vul je de potten met kikkererwten af met het kookvocht.
Het pellen van de kikkererwten is een klusje. Als je ze zachtjes door je hand rolt worden de velletjes vaak al losser en kun je ze er zo vanaf halen. Als je het puntje van de erwt naar beneden houdt duw je het er zo uit.
Doe de gepelde kikkererwten in een keukenmachine of blender. Snijd de citroen doormidden en pers een helft uit. Pel een teentje knoflook en snijd deze fijn.
Voeg deze samen met het kookvocht, de tahin, komijn, paprikapoeder en het sap van een halve citroen aan de kikkererwten toe. Laat de keukenmachine of blender dan zijn werk doen. Wanneer het fijngemalen is druppel je de olijfolie toe terwijl de machine blijft draaien. Als het goed is heb je nu een zijdezacht resultaat. Dan komt de finishing touch.
Maak de hummus op smaak met wat zout, peper, extra citroen, komijn of paprikapoeder. Ik ben gek op het frisse van de citroen dus ik deed er nog een flinke scheut citroensap bij. Mocht je de hummus nog wat te dik vinden dan kun je er nog wat kookvocht aan toevoegen. Druppel voordat je het opdient nog wat extra olijfolie over de ‘slow’ hummus en bestrooi het met wat paprikapoeder of komijn.
Lauw of op kamertemperatuur is de hummus het lekkerst!