Koekjes kopen is natuurlijk makkelijk maar deze bevatten vaak geraffineerde suikers en transvetten.
Deze knapperige koekjes zijn super makkelijk om te maken en een stuk gezonder.
Je moet er alleen wel even de tijd voor nemen (vanwege het ‘voorweken’).
In dit recept gebruik ik palmsuiker. Palmsuiker wordt gewonnen uit een aantal specifieke palmsoorten.
Het zoete sap halen ze uit de bomen door een schijf van de bloeistengel af te snijden. De vloeistof wordt ingekookt of ingedampt. De pure vloeistof bevat onder andere vitaminen, mineralen en antioxidanten. Door de palmvloeistof op een speciale manier in te dampen, blijven er goede stoffen bewaart. Het is een beter alternatief voor bietsuiker.
Klop allereerst het ei los en voeg de krenten en de sinaasappelrasp toe. Zet weg voor ongeveer een uur om te weken.
Verwarm na 50 minuten de oven voor op 170 graden (hetelucht).
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Hak dan de walnoten grof.
Mix met een mixer de boter met de suiker, kaneel en vanillepoeder door elkaar.
Voeg vervolgens het zout, wijnsteenbakpoeder en de speltbloem(of meel) toe.
Mix dan heel kort het mengsel van ei, krenten en sinaasappelschil erdoorheen.
Meng dan de havermout en de walnoten erdoor, dat gaat het beste met de hand.
Maak er vervolgens kleine balletjes van die je platdrukt op de bakplaat, zo vorm je ronde koekjes.
Bak de koekjes in ongeveer 15 minuten gaar en goudbruin.
Laat ze afkoelen op een rooster voor maximale knapperigheid.