Soepjes, ik kan er geen genoeg van krijgen. En nu het af en toe nog behoorlijk guur is had ik wel behoefte aan wat pit. Het liefste gebruik ik mosterd van de molen op Ameland, die is zo smaakvol, mild en puur. In de grove versie zie je de hele mosterdzaadjes zitten. Die mosterdzaadjes zijn echte krachtpatsers die nitriet schijnen te kunnen neutraliseren. Er wordt ook wel gezegd dat er daarom mosterd op bijvoorbeeld hotdogs zit, om het slechte eten wat minder schadelijk te maken. Mosterd bevat ontstekingremmende eigenschappen mede door het gebruik van kurkuma in het gele goedje. Deze mosterdsoep met gekarameliseerde witlof is een combinatie van romig, zuur, zoet en bitter. Een bijzonder soepje!
Verwarm de boter in een pan met dikke bodem op matig vuur.
Wanneer de boter gesmolten is voeg je de bloem toe. Bak de bloem in de boter, gebruik een hotel spatel om het goed door te roeren het mag niet gaan klonteren. Als dat wel gebeurt voeg je nog een beetje boter toe. Bak de bloem in een paar minuten gaar. Voeg dan voorzichtig de bouillon toe onder voortdurend roeren.
Schep er dan de mosterd door. Laat het geheel zachtjes doorwarmen.
Snijd de stronken witlof doormidden en verwijder de kern. Verdeel de stronken vervolgens in dunne repen door ze in de lengte te snijden. Verwarm in een koekenpan wat boter. Bak hierin de witlof totdat de randen beginnen de kleuren (goudbruin) voeg dan de honing toe en schud goed om zodat de honing alle witlof bedekt.
Voeg dan de room toe aan de soep en warm nog even mee (liever niet meer laten koken).
Maak op smaak met wat peper.
Verdeel de soep over de kommen. Schep er de gekarameliseerde witlof op en bestrooi met bieslook.