“Gezien jouw medische geschiedenis loop je een veel groter risico. In geval van een infectie kan het binnen 24 uur gedaan zijn met je. Daarom adviseer ik je met klem om je te laten vaccineren“. Ik kijk naar de viroloog tegenover me en laat de woorden op me inwerken. De, voor mij nieuwe, internist waar ik een paar weken geleden voor controle kwam had mijn omvangrijke dossier eens flink doorgespit. Hij was tot de conclusie gekomen dat ik een aantal vaccins had moeten krijgen omdat mijn milt, na de bestraling, waarschijnlijk niet meer doet wat hij zou moeten doen. Een verwijzing naar een viroloog volgde. Deze viroloog is specialist nummer zeven op mijn afsprakenkaart. Na drie keer kanker, bestraling, chemo en operaties word ik nog dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van de behandelingen. Huid-, hart- en longproblemen, vermoeidheid en een veranderd lijf. Dit gelukkig in de combinatie met een doorgaans positief gemoed en een enorme levensdrang.
De viroloog begint een hele rij vaccinaties op te noemen tegen allerlei “kokken”. En dan nog een vaccin dat iedere vijf jaar herhaald dient te worden, levenslang, wat dat ook betekenen mag. Hoe goed ik ook probeer op te letten, het “kan binnen 24 uur gedaan zijn met je” galmt nog na in mijn hoofd. Dan vertelt hij, dat als ik ver weg naar het buitenland op vakantie wil gaan, naar Azië bijvoorbeeld, dat er dan zeker extra voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden.
Ik antwoord dat ik net terug ben uit Thailand…
De afgelopen jaren heb ik drie keer een longontsteking gehad, waarvoor ik zelfs een keer opgenomen ben geweest in dit ziekenhuis. Hoe komt het dat nooit iemand heeft gedacht; “Goh wat is eigenlijk de medische geschiedenis van deze dame?”. En hoe weet ik zeker dat mijn milt het niet meer doet? De arts kan op beide vragen geen antwoord geven maar drukt me nogmaals op het hart om vooral het vaccinatieschema te volgen dat hij zal opstellen. En ja, die prikken bevatten ook ongezonde bestanddelen zoals zware metalen omdat dan bepaalde eiwitten zich beter binden en het vaccin beter werkt. Maar dat is volgens hem nog altijd beter dan het ‘bezwijken aan een onschuldige infectie’.
Het voelt dwaas om in te stemmen met zijn advies zolang ik helemaal niet weet of mijn milt het niet doet. Ik doe mijn best om zo gezond mogelijk te eten, voldoende te bewegen, genoeg te slapen en te ontspannen. En nu zegt deze arts dat er een batterij aan injecties met zware metalen, waarvan niet eens zeker is of ik ze nodig heb, leeggespoten moeten worden in mijn dierbare lijf. Vanuit zijn oogpunt als arts heeft hij waarschijnlijk gelijk. Ik ga ervan uit dat hij medicijnen heeft gestudeerd vanuit een idealisme om mensen beter te kunnen maken.
Alleen weet ik niet of ik hier echt beter van word…
Deze column is verschenen in het tijdschrift:
Psychosociale Oncologie van het NVPO
onder redactie van: Ilonka Behr
fotografie: Yfke Metz