Wanneer de dagen korter worden, de bladeren langzaam verkleuren en de geur van vochtige aarde in de lucht hangt, is het tijd om noten te gaan zoeken. Overigens, wat we in de volksmond ‘noten’ noemen, zijn niet altijd daadwerkelijk noten. Officieel is een noot een enkelvoudige dopvrucht. Ofwel een vrucht met maar één zaad, waarvan het omhulsel, de vruchtwand, hard wordt. Dit is de botanische definitie. Voorbeelden van ‘echte’ noten zijn beukennootjes, eikels, hazelnoten en tamme kastanjes. Amandelen, walnoten, macadamia’s en cashewnoten daarentegen, zijn zaden van een steenvrucht. Dit zijn zogenoemde culinaire noten.
De kastanje is dus een ‘echte’ noot. In Nederland komen twee soorten kastanjes voor. De oneetbare paardenkastanje en de eetbare tamme kastanje. Deze laatste kenmerkt zich door een bolster die wel wat weg heeft van een egeltje. Het verschil tussen de kastanje en andere soorten noten, is dat deze een stuk minder vet bevat. De geschiedenis van het eten van kastanjes gaat terug tot de oude Grieken en Romeinen. Kastanjes waren ooit wat aardappels en granen tegenwoordig zijn. De noten werden onder andere vermalen tot meel om er brood en pannenkoeken van te bakken.
De hazelaar komt, net als de kastanje, voornamelijk voor in de landen rondom de Middellandse zee. Maar dus ook in Nederland. De boom gedijt beter bij een koele vochtige zomer dan bij een droge warme zomer. De katjes (bloemen) vormen zich in het voorjaar en ontwikkelen zich langzaam tot noten. Grappig genoeg werd in eerste instantie het hout van de hazelaar meer gewaardeerd dan de noot zelf. Het werd gebruikt bij rietdekken, de constructie van lemen huizen en het maken van gevlochten hekken. Inmiddels zijn de rollen omgedraaid.
Ook een heuse lekkernij is de amandel. Als je plek hebt in je tuin is dit wat mij betreft een win-win situatie. De amandelboom behoort namelijk tot de prunus familie die bekend staat om zijn prachtige bloemen in het voorjaar. En wanneer de vruchten zijn ontwikkeld, wacht je gewoon tot ze van de boom vallen. Dan laat je ze nog even drogen om er vervolgens van te kunnen genieten.
Een boom die wat meer ruimte nodig heeft, is de walnoot. Deze kan namelijk wel 30 meter hoog worden. Veel voedingsmiddelen in de natuur verwijzen met hun uiterlijke kenmerken naar een deel van het menselijk lichaam. De walnoot is hier een uitgesproken voorbeeld van. Bij het kraken van de harde schil wordt een noot blootgelegd die eruitziet als het menselijk brein. Je snapt het waarschijnlijk al, het is een gezond hapje voor je hersenen.
Noten zijn heel voedzaam. Dat is niet zo verwonderlijk. Alles om uit te groeien tot een enorme boom is vertegenwoordigd onder die harde schil. Het is enkel een kwestie van geduld.
Myrthe Johansen is teamlid van LIEFKE, natuurvoedingsadviseur en heeft haar eigen blog Simplify Your Life.
Foto’s: Yfke Metz