Onkruid vergaat niet, dat is ook direct de ergernis van velen. Over het algemeen worden alle planten die op plekken groeien waar we dat liever niet hebben, ‘onkruid’ genoemd. Kenmerkend van deze gewassen is dat ze hardnekkig terug blijven komen. Ze zorgen ervoor dat ze, met behulp van een ingewikkeld wortelstelsel of door het verspreiden van veel zaad, zich blijven voortplanten om te blijven bestaan. Dat geeft aan dat deze planten over een enorme overlevingsdrang beschikken.
Als je je verdiept in dat wat wij onkruid noemen, kom je erachter hoe bijzonder het ongewenste groen eigenlijk is. Veel soorten onkruid zijn eetbaar en bevatten vooral in het voorjaar allerlei gezonde stofjes. Bestaat onkruid eigenlijk wel? Om een antwoord te vinden op deze vraag is het van belang om wat dieper in te gaan op de bijzondere eigenschappen van deze woekeraars.
Neem nou de brandnetel. De oude Grieken gebruikten deze plant al als groente. Met name in het voorjaar is hij op zijn best. Brandnetel werkt onder andere bloedzuiverend, kan helpen de bloeddruk te verlagen en gaat voorjaarsmoeheid tegen. Het verhitten van deze groente zorgt ervoor dat de prikkels verdwijnen. Je maakt er gemakkelijk thee of soep van, mits je handschoenen aantrekt.
In de buurt van brandnetels vind je ook vaak weegbree. Niet voor niets, want als je onverhoeds toch bent ‘geprikt’ helpt het om weegbree te kneuzen en dit op de pijnlijke plek te wrijven. Het is de EHBO-kit van de natuur; weegbree werkt namelijk zowel bloedstelpend als antibacterieel. Vanwege deze laatste eigenschap werd er vroeger ook hoestdrank van gemaakt. In Nederland groeit smalbladige weegbree en grote weegbree. Van beide kun je het blad eten en later in het seizoen ook de zaden.
Paardenbloemen hebben een lange penwortel die zich maar moeilijk laat verwijderen. Maar waarom zou je hem kwijt willen? Alles van de paardenbloem is namelijk eetbaar. De bloemen, de stengel, de bladeren en de wortel. Vanaf de 16e eeuw is de paardenbloem een officieel geneeskruid dat vooral de lever ondersteunt. Deze plant met gele bloem heeft in het Nederlands veel verschillende volksnamen waarvan molsla de bekendste is. In het voorjaar doe je een paar groene blaadjes en wat gele bloemblaadjes door je salade. Ondersteunend en mooi; een win-win situatie.
Daslook is lange tijd een beschermde soort onkruid geweest maar tegenwoordig woekert hij in verschillende delen van Nederland weelderig en is de beschermde status opgeheven. Het blad van de daslook lijkt wel wat op het blad van lelietje-van-dalen, dat giftig is. Aan de geur kun je het verschil gelukkig makkelijk herkennen. Daslook ruikt en smaakt naar knoflook of ui omdat het familie van elkaar is. Dit onkruid wordt ook wel berenlook genoemd. Beren zouden dit plantje namelijk als eerste eten na hun winterslaap. Een mooi middeltje tegen voorjaarsmoeheid.
In de Nederlandse top tien van meest ‘vervelende’ soorten onkruid staat zevenblad met stip op nummer één. Maar je kunt er ook anders naar kijken. Zevenblad werd geïntroduceerd door de Romeinen. Zij ontdekten dat het een groente is die zich makkelijk laat verbouwen. De jonge bladeren in het vroege voorjaar bevatten mineralen en vitamine C. Lekker door een salade of om pesto van te maken. Er zijn trouwens ook landen waar zevenblad als bodembedekker wordt verkocht in het tuincentrum.
Het ligt er dus maar net aan hoe je bovenstaande planten ziet, als ongewenst of als lekker hapje. Ik ga voor het laatste en jij?
Myrthe Johansen is teamlid van LIEFKE, natuurvoedingsadviseur en heeft haar eigen blog Simplify Your Life.
Foto’s: Yfke Metz