Ik drink koffie bij een vriendin. Afgelopen zomer is ze niet op vakantie geweest maar heeft ze de zolder laten verbouwen. Of ik het resultaat wil zien. Natuurlijk wil ik dat.
Even later loop ik achter haar aan de trap op. “Ben je eigenlijk wel eens boven geweest?” vraagt ze me. Ik antwoord ontkennend. Ze geeft me een “grand tour”. Deur na deur gaat open en ik bewonder de keurig opgeruimde vertrekken. Ik word er gewoon rustig van, zennnnnnnn. De zolder is echt prachtig geworden. Twee slaapkamers en een badkamer voor de middelste en oudste dochter van vriendinlief. Mijn gedachte gaat naar onze eigen zolder. Mijn eeuwige goede voornemen. Een prachtige lichte ruimte als je door de rotzooi heen kijkt. Stapels papieren die nog uitgezocht moeten worden, kastjes die nog geschuurd en geschilderd dienen te worden, drijfhoutjes, schelpjes, stoffen, verf en een berg takken bestemd voor creatieve doeleinden.
Na een tweede kopje koffie in de schone, frisse en opgeruimde keuken vertrek ik huiswaarts.
In mijn gang struikel ik over een paar klompen van manlief. Er hangen spinnenwebben aan het plafond. Niet heel opvallend maar van die stoffige flarden. Ik veeg de kruimels van het aanrecht, schud de bank op (die aan vervanging toe is) en dan valt mijn oog op de stoel in de hoek van de erker. Een project, gekocht op de veiling. Ik zag het helemaal voor me, het donkerbruine hout wit geschilderd, de mosterdgele velours bekleding vervangen door een taupekleurig linnen. Pronkstuk van de erker. Nu anderhalf jaar verder is de stoel wit en vraagt de bekleding er nog steeds om vastgemaakt te worden.
Hoe doen anderen dat toch? Gezin met kinderen, huisdieren, baan, druk sociaal leven en keurige huizen. Ik zal niet zo snel een spontane “grand tour” door mijn huis organiseren. Overal zijn er grote of kleine klussen te doen. Van een likje latex op een muur tot het strijken van een berg was. Is ons gezin een ongelukkige genetische combinatie van rommelkonten en smeerpoetsen? De gevleugelde uitspraak van manlief is: “A clean house is the sign of a wasted life”. En de kids stappen in hun kamer rustig over de rotzooi heen dus kost ze dat in de living al helemaal geen moeite. Ik ben dus de enige met een “probleem”. Als ik opruimgoeroe Marie Kondo moet geloven is het heel gezond om je te ontdoen van al je spullen die je geen “spark” geven. Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd.
De woonkamer is de plek waar ik de meeste tijd doorbreng. Als ’s morgens iedereen de deur achter zich dicht heeft getrokken en het mijn “thuisdag” is, ga ik als een razende aan de slag. Om vervolgens te kunnen genieten van een opgeruimde omgeving.
Dat is in ieder geval mijn beleving, want als ik een weekje weg ben geweest zegt manlief na twee dagen: “Jee, wat maak jij een rommel, vorige week was het veel netter”. Ik reageer verontwaardigd. Dat is gewoonweg niet waar. Hoezo rommel?
Creatieve mensen hebben geen rommel, die hebben overal ideeën liggen.
Deze blog is ook verschenen op: www.gezondnu.nl